Je stond op vanmorgen en je wist het zeker: vandaag ga je het qua eten beter doen dan gisteren. Gisteren wilde je het ook goed doen en eigenlijk had je al met al best een goede dag. Je hebt zelfs nog een wandelingetje gemaakt. Maar ‘s avonds kreeg je toch enorme zin om te gaan snoepen en snaaien en was je wilskracht ver te zoeken. Zeker toen je partner naast jou op de bank ook iets lekkers pakte. Zeg dan maar eens nee. En je had een zware dag gehad en was moe, dus je had het ook wel verdiend. Dus toch gezwicht voor die zak chips en met een rotgevoel het bed in.
En vandaag toch ook best wel met een rotgevoel opgestaan, want je voelde je dik en opgeblazen. Die chips zat je dwars en je had ook nog eens een droge mond. En wat was je eigenlijk zwak gisteravond. Dat stomme snaaien ook altijd. Waarom lukt het jou nou niet! Hoe dan ook, vandaag ga je er weer vol voor.
Hup, kleren aan en aan het werk. Zit die broek nou echt wat strakker dan gisteren? Misschien verstandig om vandaag het ontbijt over te slaan, want die chips van gisteravond heeft je vast genoeg reserves gegeven. Vandaag maar even rustig aan doen en niet veel eten. Een balansdag is altijd goed toch?
Tijdens de lunch begin je trek te krijgen. Maar je moet sterk zijn en boeten voor die zak chips van gisteren. Één boterham is meer dan genoeg. Had je maar niet zo stom moeten zijn. Werk maar hard door en dan merk je niet eens dat je honger hebt.
Einde werkdag, pff, echt wel veel honger. Je voelt je flauw en chagrijnig. Als je thuis bent en je kinderen je iets vragen reageer je aangebrand. Snel wat eten op tafel krijgen, want de honger is bijna niet te verdragen. Even een klein plakje kaas uit de koelkast om de ergste honger te stillen. En kaas is toch ook wel best gezond toch? Je gaat voor een makkelijke maaltijd en houdt de portie die je opschept binnen de perken. Yes, goed bezig. Dat voelt sterk.
Opruimen en op de bank. Blij dat het avond is. Zo’n drukke werkdag, steeds maar weer denken aan eten, en vooral niet-eten, al die energie die je verbruikt hebt ..
Maar het was wel een goeie dag. Want je hebt bijna niet gesnaaid en je hebt goed geboet voor die zak chips.
Nu heb je wel best nog honger, dus één klein koekje mag wel, want je hebt de hele dag zo goed je best gedaan. Oké, twee dan.
En morgen … morgen ga je het echt voor de volle 100% goed doen!
Hoe herkenbaar is dit voor jou?
Als bij jou in de avond steeds weer die snaaidrang de kop opsteekt, dan geef ik je hieronder een aantal praktische tips om hier het hoofd aan te bieden.
- Eet voldoende overdag. Sla juist geen maaltijden of tussendoortjes over. Kies zoveel mogelijk voor goed vullende producten (groenten, fruit, volkoren, eiwitten) en laat de suikerrijke en vette producten zoveel mogelijk links liggen. Die werken trek en snaaien in de hand.
- Ga ook altijd even na wát het precies is waar je last van hebt: honger, trek of snaaidrang?
- Als je zin krijgt om te snaaien, drink dan eerst eens een groot glas water of zet een pot thee.
- Zet (gezonde) dingen die je eventueel wél wilt eten binnen handbereik en de ongezonde dingen uit het zicht (als je ze al in huis hebt).
- Zoek afleiding, zeker als de snaaidrang door verveling is ontstaan. Als je op de bank zit en je gedachtes gaan steeds uit naar dat ‘lekkers’, ga dan even uit de situatie, dat helpt echt.
- Het kan ook zeker nuttig zijn om na te gaan of er iets anders speelt. Is er iets voorgevallen die dag? Heb je bepaalde gevoelens of behoeftes die vervuld moeten worden? Vul die dan niet op door te gaan eten.
- Voel je je opgejaagd of druk in je hoofd. Doe dan een ontspanningsoefening, ga mediteren of yoga doen, maar ga niet eten.
- En ben je moe? Ga dan gewoon lekker naar bed in plaats van de avond te rekken met eten.
Nog meer tips om controle te krijgen over je snaaien vind je in mijn gratis e-book met ‘6 Gouden Tips om te stoppen met emotie-eten’. Vraag het hieronder aan
Of doe een keer mee met mijn gratis webinar.
Recente reacties